Geschiedenis bloembollenteelt Anna Paulownapolder
Historie
Het eerste bloembollenbedrijf in de Anna Paulownapolder vestigde zich in 1911, nu 100 jaar geleden. Sindsdien is de Anna Paulownapolder uitgegroeid tot het grootste en belangrijkste bloembollengebied ter wereld.
Een overzicht van de geschiedenis van de bloembollenteelt in de Anna Paulownapolder:
1911: Eerste bloembollenbedrijf Anna Paulowna
1912 - 1914: Meer bloembollenbedrijven Anna Paulownapolder
1913: Oprichting KAVB-afdeling Anna Paulowna
1914 - 1918: Bloembollenteelt in Eerste Wereldoorlog
Jaren ’20: Explosieve groei bloembollenteelt
Jaren ’30: Bloembollenteelt in crisisjaren
1940 - 1945: Uitval vraag tijdens Tweede Wereldoorlog
Jaren ’50 en ’60: Groei bloembollenteelt
Jaren '70: Plaatsing gemaal ‘De Helsdeur’ Den Helder
Jaren ’80: Lentetuin Breezand en inundatie
Jaren ’90: Hollands Bloementuin
2011: 100 jaar bloembollenteelt Anna Paulownapolder
1911: Eerste bloembollenbedrijf Anna Paulowna
M. Veldhuijzen van Zanten
In 1911 vestigde het eerste bloembollenbedrijf zich in de Anna Paulownapolder: M. Veldhuijzen van Zanten uit Voorhout. Met de vestiging van dit bedrijf kwam de bloembollenteelt in de polder op gang. Het bedrijf had grond gekocht op ‘de Kooiplaats’, ook bekend als ‘Nooitgedacht’. Dit land lag aan De Kooy en het Noordhollands Kanaal en was 48 hectare groot. Bedrijfsleider werd Dirk Lubbert. Het eerste jaar teelde het bedrijf 4,5 hectare narcissen en tulpen. Daarna breidde de teelt zich uit.
1912-1914: Meer bloembollenbedrijven Anna Paulownapolder
Meer bloembollenbedrijven vanuit de Bollenstreek
In 1912 kochten meerdere bedrijven uit Zuid-Holland land in de Anna Paulownapolder voor de bloembollenteelt. Bollentelers uit Lisse kochten gezamenlijk 60 hectare land aan de Schorweg, Zandvaart en Koningsweg.
Kopers waren N. Dames, H. Hulzebosch, J.P. Hulzebosch en L. Onderwater. Door loting kreeg ieder een stuk land toegewezen. In datzelfde jaar kochten A. van den Berg en C.T. van den Berg 46 hectare land aan de Molenvaart.
Snel daarna vestigden zich nog 5 bloembollenbedrijven in de Anna Paulownapolder: J. Bergman, Eldering & Zn., J. van Went, Bijvoet & Co en Schilpzand & Zn.
Eerste ervaringen bloembollenteelt
De bollenkwekers in de Anna Paulownapolder kregen te maken met nogal wat moeilijkheden: harde zeewind, verstuiven van grond, onvakkundig personeel, langdurig transport over het water en een hoog zoutgehalte in de grond. Bovendien werd door kwekers in de Bollenstreek (Zuid-Holland) gezegd dat de bollen uit ‘de Noord’ (Noord-Holland) niet goed in bloei kwamen.
De Anna Paulownapolder had ook grote voordelen: minder virus verspreidende bladluizen, goede kwaliteit zandgrond, en grondprijzen waren laag zodat bedrijven groter konden worden.
1913: Oprichting KAVB-afdeling Anna Paulowna
Leden
Op 14 juli 1913 werd de KAVB-afdeling Anna Paulowna opgericht. Een afdeling van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. De afdeling startte met 10 leden, waaronder: G.C. Barneveld (Meerweg), C. van de Berg (Koningsweg), D. Lubbert (Kooiplaats), N. Noordermeer (Meerweg), D. Varkevisser (Zandvaart), J. van Went (Middenvliet), A. van de Berg en A.L. van Rozelaar.
1914 - 1918: Bloembollenteelt in Eerste Wereldoorlog
Uitblijvende vraag naar bloembollen
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) stagneerde de vraag naar bloembollen. De bloembollenteelt werd bijzaak. Kwekers hielden het hoofd boven water met het telen van groenten zoals selderij, wortelen en bonen.
Dijkdoorbraak 1916
In 1916 was er een dijkdoorbraak waardoor de hele Oostpolder van de Anna Paulownapolder onder water kwam te staan. Vanwege de korte duur van de dijkdoorbraak gingen maar weinig bollen verloren.
Jaren ’20: Explosieve groei bloembollenteelt
Komst kleine zelfstandige bloembollentelers
Na de Eerste Wereldoorlog groeide de bloembollenteelt explosief. Dat was duidelijk te zien aan de grootte van het bollenteeltgebied. Veel kleine zelfstandigen vestigden zich in met name Breezand.
Amstelmeer
Door het ontstaan van het Amstelmeer in 1924 verminderde het probleem van zout water in de polder aanzienlijk.
Jaren ’30: Bloembollenteelt in crisisjaren
Vorstschade en lage opbrengsten
De extreem koude winter van 1928/1929 veroorzaakte vorstschade aan de bloembollen en zorgde voor lage opbrengsten. Van de koperskant kwamen forse schadeclaims. Het jaar daarna waren de bollen onverkoopbaar. Veel bedrijven raakten daardoor aan de rand van de afgrond. Dankzij Burgemeester Lovink en Pastoor Verhoeff werd er een bijzondere bijstandsmaatregel ingevoerd.
Economische crisis
In de jaren ’30 liep de bloembollenteelt verder terug. Weinig bloembollen werden verkocht en de prijzen waren laag. Exporteurs raakten in financiële problemen en konden de telers niet meer betalen. Met name bollentelers in de Kop van Noord-Holland werden hard getroffen door de crisis. Ze waren er nog maar korte tijd gevestigd en hadden grote investeringen gedaan.
Sluiten Afsluitdijk
Door de sluiting van de Afsluitduik in 1932, werd het probleem met zout oppervlaktewater in de Anna Paulownapolder verder verminderd.
1940 - 1945: Uitval vraag tijdens Tweede Wereldoorlog
Land onder water
Om een opmars van de Duitsers richting Den Helder te voorkomen, werden in mei 1940 de polders onder water gezet. De wegen Zandvaart en Middenweg werden op een aantal plaatsen doorgebroken.
De hoge waterstand maakte het planten voor telers in de polder er niet gemakkelijker op. Na de capitulatie op 14 mei 1940 werd dezelfde avond nog met uitmalen begonnen. Het zoute water dat via sluizen van Den Helder was ingelaten, bleek veel schade te veroorzaken.
Tulpenbollen tegen de honger
Tijdens en vlak na de oorlog werden de niet verkochtte tulpen gebakken en opgegeten. Er was weinig anders te eten. Miljoenen tulpenbollen werden toch niet verkocht, en stonden opgeslagen in grote, lege bollenschuren.
Jaren ’50 en ’60: Groei bloembollenteelt
Groei bloembollenteelt
Na 1945 verbeterde de situatie in de bloembollen. Er werd weer land gekocht voor de bollenteelt waardoor de prijzen van bollengrond sterk stegen.
Steeds meer zelfstandige bedrijven vestigden zich in de Anna Paulownapolder. Het waren vooral kinderen van telers uit Breezand die een eigen bedrijf begonnen. Daarnaast ging het om ondernemingen uit de Bollenstreek en uit Kennemerland.
De prijs van bollenland steeg verder door mechanisatie, schaalvergroting en inflatie.
Tulpenrage
De prijzen van tulpen trokken aan. Er werd gespeculeerd in kilo’s tulpen. Veel kwekers teelden in het klein bollen, en nieuwe soorten die op de markt werden gebracht werden tegen veel geld verkocht. De tulpenrage hield heel wat jaren stand.
Jaren ’70: Plaatsing gemaal ‘De Helsdeur’ Den Helder
Lager zoutgehalte door plaatsing gemaal ‘De Helsdeur’
In 1973 werd het gemaal ‘De Helsdeur’ geplaatst bij Den Helder. Hierdoor werd het spuien van overtollig water via sluizen naar open zee overbodig. Het zoutgehalte van het Noord-Hollandskanaal daalde aanzienlijk door de plaatsing van dit gemaal.
Jaren ’80: Lentetuin Breezand en inundatie
Oprichting Lentetuin Breezand
Op 5 maart 1981 werd de eerste Bolbloemenshow Noordelijk Zandgebied geopend. Het was een initiatief van Ton Roozen en Jan Ligthart, die de bolbloemententoonstelling in West-Friesland als voorbeeld hadden genomen.
De bolbloemenshow in Breezand was een podium voor bloembollenkwekers uit het Noordelijk Zandgebied om te laten zien wat ze in huis hadden. De Lentetuin Breezand was al snel een groot succes, mede dankzij het grote aantal vrijwilligers. In 1985 werd de Stichting Bolbloemenshow Noordelijk Zandgebied omgedoopt tot Stichting Lentetuin Breezand.
Inundatie
Halverwege de jaren ’80 bracht bloembollenteler Dick van der Berg uit Breezand het inunderen onder de aandacht. Een milieuvriendelijke en effectieve methode om tal van grondgebonden ziekten te bestrijden. In het Noordelijk Zandgebied werd inundatie sindsdien veel toegepast.
Jaren ’90: Hollands Bloementuin
Hollands Bloementuin
In 1993 presenteerde D. van der Berg uit Breezand het plan om bollenland te creëren in de Westpolder van de Anna Paulownapolder. Aanleiding was de groeiende vraag naar goede bollengrond.
Het plan van Van de Berg was om 370 hectare bollengrond te maken in de Anna Paulownapolder, door land met 70 cm op te hogen met zand. In juli 1998 ging de eerste spa de grond in voor Hollands Bloementuin, zoals het project werd genoemd.
Een watersysteem moest er voor zorgen dat het uitgelaten water van betere kwaliteit zou zijn dan het inlaatwater. Vanwege tegenvallende subsidie-inkomsten werd het project uiteindelijk soberder uitgevoerd.
2000 - 2010: Schaalvergroting
Reizende bollenkraam
Door het beperkte aanbod van bollengrond in de Anna Paulownapolder, waren kwekers genoodzaakt om hun bollen elders te planten. Dit fenomeen werd de ‘reizende bollenkraam’ genoemd. Vooral bollentelers van tulpen en lelies gingen op zoek naar nieuwe grond buiten de Anna Paulownapolder. De grond werd gepacht van akkerbouwers en soms van graasdierhouders.
Grotere bedden
Om efficiënter te werken en zo kosten te besparen, ging een aantal bedrijven over op grotere bedden. De overgang van spoorbreedte van 1.50 m. naar 1.80 m. werd daarmee ingezet.
2011: 100 Jaar bloembollenteelt Anna Paulownapolder
Grootste aaneengesloten bloembollengebied ter wereld
Anno 2011 maakt de Anna Paulownapolder met haar 5.000 hectare deel uit van het grootste aaneengesloten bloembollengebied ter wereld: het Noordelijk Zandgebied. In de gemeente Anna Paulowna wordt daarvan het grootste aantal hectare bloembollen gekweekt.