Jo Vermaire

Hij begon op jonge leeftijd met een kleine tractor en machine: Jo Vermaire uit Breezand. Met een lening van 5000 gulden was op 1 september 1961 zijn loonbedrijf een feit. “Voor die tijd werkte ik op het loonbedrijf van Teun Hoogschagen”, vertelt Jo. “Het werk gebeurde overwegend nog met paarden, maar daar kon ik niet mee overweg. Tractors daarentegen waren mijn lust en mijn leven. Toen ik voor mezelf begon waren er wel 20 loonwerkers die de bollenkwekers in de Anna Paulownapolder in hun werkzaamheden konden ontzien. De concurrentie was groot.”

Schaalvergroting
Het werk in de bollen betekende ook flink aanpoten. Jo kan het zich nog goed herinneren: “De bollen moest men met de hand planten en overschieten. Ook het rooien gebeurde handmatig met een truffel. De omvang van de bedrijven was dan ook niet te vergelijken met nu. Toen ik begon waren de kwekerijen gemiddeld twee tot vijf hectare groot. Inmiddels heeft er een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Grote kwekerijen zijn daardoor steeds meer loonwerk zelf gaan doen, dat hadden we vooraf nooit gedacht. Uiteindelijk proberen we daar op in te spelen met flexibel personeel dat ook in andere takken van het bedrijf inzetbaar is. Verder zijn we altijd meegegaan met de technische ontwikkelingen. Ook nu zijn onze machines up-to-date voor de teelt op 1.80m breed.”

Jo Vermaire is sinds 1990 te vinden aan de Kreekweg in Breezand. Voor die tijd vond het bedrijf onderdak in een schuurtje aan de Zandvaart. “Deze werd te kein toen de rooimachines erbij kwamen”, vertelt Jo. “Door de jaren heen is ons bedrijf flink veranderd. Ik heb zelf, naast het loonwerk, wortels, aardappels en bollen geteeld om werk te creëren in de rustige periodes. De lelies hebben we vrij lang aangehouden en in de moeilijke tijd heeft de kwekerij zelfs de kar getrokken. In de jaren ’80 sloeg de crisis toe en die trof het hele bollenvak. Terwijl wij net flink hadden geïnvesteerd en gingen de bollenkwekers bezuinigen. Ik heb flink moeten vechten om rond te komen. Dat betekende machines verkopen en personeel weg. Later, in ’95, zijn we met de leliekwekerij gestopt. Je kunt tenslotte geen twee heren dienen.”

Hollands bloementuin
Jo Vermaire is uitgegroeid tot een mutlifunctionele dienstverlener die niet alleen in de bollen actief is, maar onder andere ook in het kraanwerk, de riooltechniek en de aannemerij. Grondlegger Jo volgt de bedrijfsactiviteiten nog op de voet. Hij heeft zich afgelopen jaren voor verschillende projecten sterk gemaakt met als grootste voorbeeld Hollands Bloementuin. “Al jaren is er in de Polder een tekort aan bollengronden, waardoor de uitbreidingsmogelijkheden beperkt zijn. Met Hollands Bloementuin is er ruim 200 hectare bollengrond aangelegd. Kartrekker was Dick van den Berg en onze expertise in het grondverzet – een van mijn hobby’s – is gebruikt. We hebben de beste bollengronden bestudeerd: wat is de korrelgrootte, het ph-gehalte, de organische stof enzovoort. Hollands Bloementuin was ook een schoonwaterproject door het gebruik van speciale helofytenfilters. Helaas is het project wegens tekort financiën nooit voltooid.”

Anno 2016 is Vermaire in Anna Paulowna nog het enige overgebleven loonbedrijf. “De verdwijning van onze laatste concurrent Hoogschagen heeft wel wat losgemaakt”, vetelt Jo. Toch ziet hij de toekomst met vertrouwen tegmoet. Ondanks de nettenteelt op de klei, blijft het Noordelijk Zandgebied de kraamkamer van de bollenteelt. De know-how komt hier vandaan en ondernemers zijn er genoeg. De bollenteelt zal hier dus niet zomaar verdwijnen.”

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
Previous Next