Lagere Tuinbouwschool

 

Oprichting

 

Vanaf 1953 konden jongeren na de lagere school verder leren op de Lagere Tuinbouwschool. De eerste plannen voor de oprichting van deze school komen uit 1947. Toen waren er echter te weinig leerlingen.

 

A.L. Kloosterman en A. Meyer verzamelden handtekeningen om met een tuinbouwschool te kunnen beginnen. Door het grote aantal handtekeningen kon de Lagere Tuinbouwschool op 16 oktober 1953 starten.

 


Locatie

 

P. Doedens werd als enige leerkracht aangesteld. Hij gaf les aan 24 leerlingen in het gebouw achter de Gereformeerde Kerk aan de Molenvaart. Het aantal leerlingen nam fors toe, vooral nadat het lesprogramma in het kader van de Mammoetwet werd uitgebreid. Er werd overgegaan tot aankoop van het gebouw aan de Zandvaart. Het gebouw moest aangepast worden, en dat bracht hoge kosten met zich mee. In het schooljaar 1960/’61 werd de school betrokken, en op 22 mei 1963 werd de school officieel geopend.

 

Leerlingen

 

 

Het verloop van het aantal leerlingen was grillig. In de periode 1953/’56 steeg het aantal leerlingen van 24 tot 86. Daarna daalde het leerlingenaantal tot 43 in 1972. Redenen voor afname waren: de mechanisatie (waardoor minder personeel nodig was) en schaalvergroting (minder bedrijven).

Toen het vakkenpakket werd verbreed was de school ook interessant voor leerlingen uit niet-agrarische milieus. Het aantal leerlingen steeg van 43 naar 119 in 1979. Daarna stabiliseerde het zich rond 85 leerlingen.

De overheidseis met betrekking tot het minimum aantal leerlingen maakte uiteindelijk een einde aan het zelfstandig bestaan van de school. In 1987 fuseerde de Lagere Tuinbouwschool met de Lagere Agrarische School (LAS) in Schagen (nu Clusius College).

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
Previous Next