Is ze een markant persoon? Leny van den Berg-Onderwater (77) uit Anna Paulowna is heel gewoon en heel bijzonder tegelijk. Ze is de vrouw van de overleden bloembollenkweker Jacques van den Berg. Hun bedrijf Boltha BV wordt voortgezet door kinderen en kleinkinderen. Als vrijwilliger is Leny altijd een enorme fanatiekeling geweest. Was het voor een goed doel? Dan ging ze ervoor. En nog steeds! Stichting Kansrijk, zwembad Den Krieck, het Gelders Huisje, het Thomashuis: het zijn slechts enkele van haar stokpaardjes.

Poldertuin
Ook voor de bloembollensector heeft ze veel betekent.

Zo heeft ze 26 jaar lang een belangrijke bijdrage geleverd aan de mozaïeken tijdens de Bloemendagen van Anna Paulowna. Ze maakte één van deze mozaïeken zelfs na in het Kurhaus in Scheveningen en later nog één tijdens de Grüne Woche in Berlijn. Daarnaast is het is aan Leny te danken dat de Poldertuin er tegenwoordig zo uitziet als hij is: een kleurrijk schouwspel in het voorjaar met duizenden bloeiende bolbloemen. Het was Leny die jaren geleden met het idee kwam om de tuin om te vormen tot 'klein-Keukenhof'. En dat is gelukt!

Rol vrouwen
Leny groeide op in Breezand. Haar ouders, Antonia Maria van Graven en Nicolaas Onderwater, trokken een eeuw geleden vanuit de Bollenstreek naar het hoge Noorden, omdat er voor de groeiende bollenbedrijven in de Zuid geen ruimte meer was. “De pioniers van die tijd lieten heel veel achter zich. In Anna Paulowna had je nog geen wegen, elektra, centrale verwarming, douche, school of kerk. Niet alleen voor de mannen, maar juist voor de vrouwen die het huishouden deden en daarnaast hielpen op de bedrijven was dat flink afzien.” Leny benadrukt dat de vrouwen in de beginjaren een enorme belangrijke rol hebben gespeeld. “Je leest overal alleen maar over de mannen die de bollenbedrijven tot een succes maakten, maar achter bijna ieder stond een stoere en sterke vrouw die tot veel in staat was. En ook de meisjes hielpen mee met narcissen of tulpen koppen, wieden, bollen rapen of bollen pellen. Vrouwen zijn al die jaren een onmisbare kracht geweest op de bollenbedrijven en nu vaak nog steeds.”