Markante personen
De afgelopen100 jaar hebben heel wat markante en opvallende personen de revue gepasseerd in de Anna Paulownapolder. Zij hebben ieder op hun eigen wijze een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de bollenteelt in deze regio of doen dat nog steeds. Een aantal hebben wij voor u op een rijtje gezet.
Rooie Jo
Jo van den Berg is de man achter de succesvolle tulp ‘Yokohama’. In het bollenvak stond hij beter bekend als Rooie Jo, dankzij zijn rode kapsel. Jo was één van de pioniers van het Noordelijk Zandgebied. Al in 1914 trok hij naar Breezand; de slagerij van zijn ouders in Noordwijkerhout zag hij niet zitten. Jo begon met het kruisen van tulpen en kocht boerderij Het Ceres in Breezand, een flinke onderneming voor een 18-jarige man. Achteraf bleek het avontuur van korte duur, want al snel keerde Jo terug naar zijn geboortestreek.
Maar het bollenvak bleef hem interesseren. Het duurde dan ook niet lang voordat Jo zich opnieuw in Breezand vestigde.
Willem van Oosten
Een van de meest succesvolle bloembollenkwekerijen die de Anna Paulownapolder heeft gekend is zonder meer Homan en Van Oosten. Grondlegger van het bedrijf was Willem van Oosten. De ondernemer kwam eind jaren ’20 uit Zuid-Holland naar Breezand om aan de Molenvaart zijn eerste bollen te telen. Hij was een nog ongetrouwde en jonge man. Niet veel later werd een boerderij aan de overzijde van de Molenvaart bemachtigd, de locatie waar nu bloembollenkwekerij Th.A. Pennings is gevestigd.
Willem was de directeur van het bedrijf en zijn broers Dirk en Kees zorgden respectievelijk voor het landwerk en het schuurwerk.
Leny van den Berg
Is ze een markant persoon? Leny van den Berg-Onderwater (77) uit Anna Paulowna is heel gewoon en heel bijzonder tegelijk. Ze is de vrouw van de overleden bloembollenkweker Jacques van den Berg. Hun bedrijf Boltha BV wordt voortgezet door kinderen en kleinkinderen. Als vrijwilliger is Leny altijd een enorme fanatiekeling geweest. Was het voor een goed doel? Dan ging ze ervoor. En nog steeds! Stichting Kansrijk, zwembad Den Krieck, het Gelders Huisje, het Thomashuis: het zijn slechts enkele van haar stokpaardjes.
Poldertuin
Ook voor de bloembollensector heeft ze veel betekent.
Jo Vermaire
Hij begon op jonge leeftijd met een kleine tractor en machine: Jo Vermaire uit Breezand. Met een lening van 5000 gulden was op 1 september 1961 zijn loonbedrijf een feit. “Voor die tijd werkte ik op het loonbedrijf van Teun Hoogschagen”, vertelt Jo. “Het werk gebeurde overwegend nog met paarden, maar daar kon ik niet mee overweg. Tractors daarentegen waren mijn lust en mijn leven. Toen ik voor mezelf begon waren er wel 20 loonwerkers die de bollenkwekers in de Anna Paulownapolder in hun werkzaamheden konden ontzien. De concurrentie was groot.”
Schaalvergroting
Het werk in de bollen betekende ook flink aanpoten. Jo kan het zich nog goed herinneren: “De bollen moest men met de hand planten en overschieten. Ook het rooien gebeurde handmatig met een truffel. De omvang van de bedrijven was dan ook niet te vergelijken met nu. Toen ik begon waren de kwekerijen gemiddeld twee tot vijf hectare groot. Inmiddels heeft er een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Grote kwekerijen zijn daardoor steeds meer loonwerk zelf gaan doen, dat hadden we vooraf nooit gedacht. Uiteindelijk proberen we daar op in te spelen met flexibel personeel dat ook in andere takken van het bedrijf inzetbaar is. Verder zijn we altijd meegegaan met de technische ontwikkelingen. Ook nu zijn onze machines up-to-date voor de teelt op 1.80m breed.”
Jo Vermaire is sinds 1990 te vinden aan de Kreekweg in Breezand. Voor die tijd vond het bedrijf onderdak in een schuurtje aan de Zandvaart. “Deze werd te kein toen de rooimachines erbij kwamen”, vertelt Jo. “Door de jaren heen is ons bedrijf flink veranderd. Ik heb zelf, naast het loonwerk, wortels, aardappels en bollen geteeld om werk te creëren in de rustige periodes. De lelies hebben we vrij lang aangehouden en in de moeilijke tijd heeft de kwekerij zelfs de kar getrokken. In de jaren ’80 sloeg de crisis toe en die trof het hele bollenvak. Terwijl wij net flink hadden geïnvesteerd en gingen de bollenkwekers bezuinigen. Ik heb flink moeten vechten om rond te komen. Dat betekende machines verkopen en personeel weg. Later, in ’95, zijn we met de leliekwekerij gestopt. Je kunt tenslotte geen twee heren dienen.”
Hollands bloementuin
Jo Vermaire is uitgegroeid tot een mutlifunctionele dienstverlener die niet alleen in de bollen actief is, maar onder andere ook in het kraanwerk, de riooltechniek en de aannemerij. Grondlegger Jo volgt de bedrijfsactiviteiten nog op de voet. Hij heeft zich afgelopen jaren voor verschillende projecten sterk gemaakt met als grootste voorbeeld Hollands Bloementuin. “Al jaren is er in de Polder een tekort aan bollengronden, waardoor de uitbreidingsmogelijkheden beperkt zijn. Met Hollands Bloementuin is er ruim 200 hectare bollengrond aangelegd. Kartrekker was Dick van den Berg en onze expertise in het grondverzet – een van mijn hobby’s – is gebruikt. We hebben de beste bollengronden bestudeerd: wat is de korrelgrootte, het ph-gehalte, de organische stof enzovoort. Hollands Bloementuin was ook een schoonwaterproject door het gebruik van speciale helofytenfilters. Helaas is het project wegens tekort financiën nooit voltooid.”
Anno 2016 is Vermaire in Anna Paulowna nog het enige overgebleven loonbedrijf. “De verdwijning van onze laatste concurrent Hoogschagen heeft wel wat losgemaakt”, vetelt Jo. Toch ziet hij de toekomst met vertrouwen tegmoet. Ondanks de nettenteelt op de klei, blijft het Noordelijk Zandgebied de kraamkamer van de bollenteelt. De know-how komt hier vandaan en ondernemers zijn er genoeg. De bollenteelt zal hier dus niet zomaar verdwijnen.”
Bertus Huiberts
Vraag een willekeurige kweker naar de belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen 100 jaar bloembollenteelt en de Anthakrat wordt steevast genoemd. Het was in 1958 dé uitvinding op het gebied van drogen van bloembollen. De krat was afkomstig van Antha, het bedrijf van de familie Huiberts. Bertus Huiberts - in die tijd één van de directeuren - kan het zich nog goed herinneren. “Tot die tijd werd er doorgaans in zakken gedroogd, maar dat zorgde ervoor dat de bol vaak te nat bleef. Er waren wel gaasbakken, maar hiermee ging enorm veel ventilatielucht verloren. De Anthakrat – een houten kistje van 40 liter met gaasbodem – was een enorme innovatie en een groot succes. In de loop der jaren zijn er vele honderdduizenden geproduceerd.”
Het bedrijf Antha kent een rijke historie. Anton Huiberts – de vader van Bertus – was geboren in de Oostpolder en begon in 1928 met het verkopen van gereedschap. Onder de naam Fa. Huiberts werden lange tijd machines en materialen voor de agrarische sector geproduceerd en verkocht. Begin jaren ’50 begon het bedrijf zich ook toe te leggen op droog- en koeltechnieken. Eerst in de aardappels en al snel was er contact met de groenteveiling in Utrecht, waar luchtvloeren werden aangelegd voor fruitbewaring. “Daaruit is ook de graanbewaring ontstaan”, vertelt Bertus. “Dat ging overal heen: België, Frankrijk en noem het maar op. Toen we bij Antha een vloer hadden staan voor karweizaad, kwam de vraag of wij hier irissen in zakken op wilden drogen. Het was een hoogtevloer waar lucht overheen geblazen werd. Op zondag uit de kerk kwamen alle bollentelers uit de omgeving kijken. Het bleek een prima uitvinding. Doordat de bollen in zakken te nat bleven, is later het idee van de Anthakrat ontstaan.”
Met de introductie van de kuubkist werd de Anthakrat overbodig. Toch hebben beiden lange tijd naast elkaar bestaan. De schuren waren tenslotte helemaal ingericht op de Anthakrat. Vandaag de dag zien we het kenmerkende kratje nog overal als decoratiemateriaal, op Schiphol bijvoorbeeld. De kuubkist bood volgens Bertus weer nieuwe mogelijkheden voor Antha. “Begin jaren ’60 kwam de mechanisatie op gang. Voor die tijd deden wij alleen kleine dingen. Daarna produceerden we zowel de kuubkisten als de machines ervoor: kantelaars, bunkers enzovoort. Dat gebeurt nog steeds, nu onder de naam van Antha van Hienen. Antha is altijd heel innovatief geweest en vooraanstaand in de leliemarkt met machines als de rollenzeef en shaver.” Bertus vormde samen met zijn broers Ton, Piet en Kees de tweede generatie binnen het bedrijf. In 2006 is Antha van de familie Huiberts overgegaan in andere handen.
Brent en Becky Heath
Brent en Becky Heat, lees hier het originele interview
Brent Heath and his wife Becky have a flowerbulb-importing company in Virginia, USA: Brent & Becky’s Bulbs. Many of the bulbs that Brent & Becky’s Bulbs import are grown in Anna Paulowna / Breezand.